Meer aandacht voor praktijkgericht onderwijs is goede zaak

19 februari 2017

De VO-raad is blij te zien dat het kabinet – zoals zij aangeeft in haar Kamerbrief van 20 februari – maatregelen wil treffen voor een sterker vmbo. Al langer pleit de VO-raad voor structurele ruimte om 5- of 6-jarige leerroutes vmbo/mbo in te richten en voor meer aandacht en waardering voor praktijkgericht onderwijs. Ook vindt de VO-raad het een goede zaak dat het voor vmbo-bb leerlingen makkelijker wordt om te stapelen en steunen we het voorstel om vmbo-gl en -tl samen te voegen. Wel vraagt de VO-raad in het kader van de uitvoerbaarheid aandacht voor het belang van toereikende bekostiging om dit praktijkgericht onderwijs aan te kunnen bieden.

Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad: “De winst van deze maatregelen is dat er meer waardering komt voor praktijkgericht onderwijs en voor praktisch talent. We constateren al langer dat het van groot belang is dat we de Chinese muur tussen algemeen vormend en praktijkgericht onderwijs slechten en ze daarmee bij elkaar brengen. Ik ben blij dat de bewindspersonen dit ook inzien. Wel moeten de scholen, ook financieel, in staat gesteld worden om deze beroepsgerichte vakken aan te bieden.” 

Structurele ruimte

De VO-raad is blij dat er nu structureel ruimte komt voor vmbo- en mbo-scholen om in regionaal verband doorlopende leerroutes op maat te ontwikkelen voor leerlingen. Op dit moment zijn de mogelijkheden voor het vo en mbo om op die manier samen te werken beperkt en tijdelijk van aard. De huidige regeling brengt veel regeldruk met zich mee en biedt scholen geen extra mogelijkheden voor financiële ondersteuning. De VO-raad heeft lang gepleit voor structurele ruimte voor doorlopende leerroutes vmbo-mbo, met ruimte voor regionaal maatwerk, in plaats van een experimenteerregeling die het maatwerk gedetailleerd voorschrijft.

Ook is het goed dat het voor vmbo-bb leerlingen makkelijker wordt om te stapelen. Dit verstevigt de op dit moment kwetsbare arbeidsmarktkansen van deze jongeren.

Praktijkgericht onderwijs

De VO-raad juicht toe dat er meer aandacht komt voor praktijkgericht onderwijs in alle onderwijssoorten. Het geeft een boost aan de waardering voor praktisch talent. Bovendien zien we dat vmbo-tl en havoleerlingen beter voorbereid kunnen worden op het beroepsonderwijs, dat voor verreweg de meeste leerlingen de logische vervolgstap is. Het is daarom van belang dat praktijkgerichte onderwijscomponenten een structurele plaats krijgen in de ‘avo-opleidingen’.

Ook steunen we het voorstel om vmbo-gl en -tl, die in programmatische zin in tegenstelling tot de beeldvorming weinig van elkaar verschillen, samen te voegen. Wel wijst de VO-raad erop dat het daarbij cruciaal is dat het gehele curriculum voor een gecombineerde gl/tl met spoed herzien en verrijkt wordt, zodat er betere mogelijkheden komen voor voorbereiding op zowel het mbo als het havo.

Consequenties

De VO-raad wijst erop dat de voorstellen consequenties zullen hebben voor de kosten die scholen maken, bijvoorbeeld door invoering van een of meer (extra) beroepsgerichte vakken. Vooral categorale tl-scholen en tl-afdelingen die zijn verbonden aan een avo-scholengemeenschap zullen extra investeringen moeten doen voor een aantrekkelijk praktijkgericht onderwijsaanbod. 

Daarnaast zullen docenten de kans moeten krijgen zich hierin bij te scholen, en heeft het impact op de lerarenopleidingen en het bevoegdhedenstelsel.

Lees de brief van de bewindslieden van OCW aan de Tweede Kamer over sterk beroepsonderwijs en het nieuwsbericht van OCW hierover.

In de media

De VO-raad reageerde ook in diverse media op de maatregelen ter versterking van het beroepsonderwijs. Lees het artikel van het Dagblad van het Noorden en het artikel van de Volkskrant

Zie daarnaast het NOS Journaal van 20 februari. Leerlingen en docenten van het Technisch College Parkstad in Heerlen - waar de lessen voor vmbo en mbo al in elkaar zijn geschoven - vertellen in dit journaal over hun ervaringen.